In deze rubriek wordt iemand met een passie voor het Brabants voorgesteld.
Bij ‘ons thuis’ in Eindhoven werd geen dialect gesproken. Op een dag kwam ik thuis uit school en zei het woord ‘bekant’ tegen mijn moeder. Ik had het ergens gehoord en wilde het wel eens uitproberen… Dat werd snel in de kiem gesmoord. ‘Niet netjes’ vond ze.
Mijn moeder groeide op in Deurne, als jongste dochter met vijf zussen en één broer. Bijna alle kinderen vlogen uit naar het westen van Nederland, behalve het één na jongste zusje en broertje.
Tekst loopt door onder de foto.

Mijn oma was honkvast en bleef haar hele leven in Deurze wonen (dialect voor Deurne, weet ik sinds kort). Als mijn moeder met één van haar zussen aan de telefoon hing ging het steevast over ‘ons moeder’. Mijn hele jeugd heb ik daarom gedacht dat mijn oma, ‘Ons Moeder’ heette. Wist ik veel…
Jarenlang ben ik gecomplimenteerd met mijn nette ABN uitspraak. Toen ik als zangeres in spe studeerde aan de ‘Willem Nijholt Academie’ (Nijmegen) werd dit gebrek aan ‘accent’ geperfectioneerd. De ommekeer kwam een jaar of vijftien geleden, toen ik in Helmond een voorstelling regisseerde genaamd ‘Umdè ’k er zo van haaw’. Nog eens tien jaar later belandde ik in het bedevaartsdorpje Handel, waar ik in plaats van een stadse uit Eindhoven toch meer een dorpse bleek te zijn.
Tegenwoordig kom ik regelmatig in de Deurnese straten van mijn jeugd. De liefde bracht me terug naar het geboortedorp van mijn moeder, naar mijn roots. Zijn familie woont vlakbij mijn familie. We zeggen gekscherend tegen elkaar dat we ‘vruuger’ vast eens tegelijkertijd het ‘tuinpad van mijn vader’ hebben bewandeld. Samen met mijn zus mocht ik namelijk zelfstandig van mijn oma’s huis naar mijn tantes huis lopen, door het ‘Wiegers bos’. (Wat ik erg stoer vond op die leeftijd.)
Voor iemand die geen dialect spreekt, ben ik tegenwoordig stiekem wat meer geïntegreerd. Het nette ABN met dank aan mijn moeder en de Musical Academie is niet meer. In plaats daarvan ben ik nieuwsgierig geworden naar ‘onze taal’ en experimenteer ik zelf een soort Brabantse ‘mengelmoes’ bij elkaar.
Wanneer ik op het podium sta en zing, val ik automatisch terug op de aangeleerde dictie à la Liesbeth List. Maar wanneer ik tussen de liedjes door vertel, val ik ‘door de Brabantse mand’ en is tegenwoordig duidelijk te horen waar ik vandaan kom.
Ik ben vaak verhuisd in mijn leven, bleef nooit lang op dezelfde plek. Blijkbaar ben ik niet zo honkvast als een echte dorpeling, maar verplaats ik me zoals het een troubadour beaamd. Zo kwam ik terecht op het mooie ‘Bronlaak’ waar ik medemuzikant Martijn Kuijten ontmoette, die mij vroeg om een liedje met hem te schrijven. Het werd een liedje over onze gedeelde Brabantse roots, vaak verhuizen en wortelen in nieuwe grond.
“Bij ons thuis was alles anders, bij ons thuis was altijd trammelant. Want ons moeder zei ‘ons moeder’ maar zelf mog ik da nie. Ach, het gras is groener aan de overkant.”
Kende gullie al... is een terugkerende rubriek van de online gemeenschap Brabanders en hun Taal waarin iemand met passie voor het Brabants wordt voorgesteld. Klik hier voor meer informatie over Brabanders en hun Taal.