Kende gullie al... Kristel Doreleijers

In deze rubriek wordt iemand met een passie voor het Brabants voorgesteld.

Wat betekent dialect voor jou?

Anders dan (waarschijnlijk) de meeste Brabanders in deze rubriek, ben ik niet opgegroeid met dialect. Ik ben opgevoed in het Nederlands, maar wel een regionaal gekleurd Nederlands. Omdat ik al mijn hele leven in Eindhoven woon, heb ik (grotendeels onbewust) toch best wat Brabants meegekregen, op jonge leeftijd door mijn grootouders en later ook door mensen uit de buurt. Desondanks was het pas tijdens mijn studie Nederlands aan de Universiteit Utrecht dat ik echt ging nadenken over dialecten en streektalen. Ik ontwikkelde een sterke interesse voor taalvariatie en taalverandering, en leerde kritisch te reflecteren op de algemene norm van één correcte standaardtaal en de gedachte dat alles wat in plaats daarvan wordt gesproken ‘fout’ zou zijn. Er ging een wereld voor mij open toen ik ontdekte wat taalkundigen op dit vlak doen: ze máken geen taalregels, maar ze beschríjven wat er in de samenleving gebeurt op het gebied van taalgebruik, waaronder dialecten. Dat er een patroon zit in de variatie die we vinden tussen én binnen talen, en dat er vaak óók nog een sociale verklaring voor is, vind ik heel fascinerend. Voor mij is dialect dus vooral een razend interessant en relevant onderzoeksgebied dat brede maatschappelijke belangstelling verdient.

Tekst loopt door onder foto.

Kristel Doreleijers in een uitzending van KRAAK.

Werkzaamheden rondom dialect

Sinds oktober 2019 ben ik werkzaam bij Tilburg University en doe ik promotieonderzoek naar (onder andere) de Brabantse dialecten. Ik ben daarbij ook voor één dag per week verbonden aan het Meertens Instituut in Amsterdam, en ik werk regelmatig samen met Erfgoed Brabant. De belangrijkste vraag die ik in mijn onderzoek wil beantwoorden is hoe en waarom het Brabants in de huidige tijdgeest varieert en verandert. Spreken jongeren nog dialect, en zo ja, hoe verschilt dat van het dialect van oudere generaties? Wordt op sociale media ook dialect(achtig) geschreven en gesproken, in welke vorm en met welk doel? Omdat ik in vier jaar niet alles kan onderzoeken, richt ik me op één heel specifieke eigenschap van het Brabants die verschilt van het Algemeen Nederlands, namelijk de markering van woordgeslacht (unnen hond in plaats van een hond). Doordat jongeren het dialect (haast) niet meer als moedertaal verwerven, zien we enorm veel variatie in de toepassing van deze markering. Sprekers van het ‘nieuwe’ dialect gebruiken de mannelijke markering die eindigt op -e(n) bijvoorbeeld ook bij vrouwelijke (unnen oma) of onzijdige woorden (unne kuukske). In mijn onderzoek naar het taalgebruik van jongeren ontdekte ik zelfs dat jongeren de uitgang soms verdubbelen: unnenen hond!

Favoriete woord of uitdrukking in het Brabants

In lijn met mijn onderzoek is mijn favoriete dialectwoord uiteraard het onbepaalde lidwoord unne(n) en alle variaties daarop! Dit is misschien geen standaardantwoord – en uiteraard vind ik klassiekers als houdoe, zund en bekant ook mooi – maar het zal je verbazen hoeveel betekenis er in dit kleine functiewoordje verpakt kan zitten! Door unne(n) te gebruiken kun je laten zien dat je uit Brabant komt of dat je je met Brabant identificeert, het is een talig herkenningsteken. Over het Rotterdams wordt door een echte ‘Rotterdammert’ weleens gezegd: ‘waar het ook maar kant, plakt die t erachterant!’ Ongeveer hetzelfde principe lijkt te gaan gelden voor het ‘nieuwe Brabants’: door unne(n) voor een zelfstandig naamwoord te zetten, geef je de uiting een Brabantse lading mee. Unne kuukske of unne vrouw – het stuit de traditionele dialectliefhebbers wellicht tegen de borst, maar in hedendaags taalgebruik vinden we deze vormen in overvloed!

Het zou ‘keimooi’ zijn als de gemeenschap het imago van het Brabants kan verbeteren. Het is ontzettend jammer dat in grote delen van de samenleving, en zeker ook in het onderwijs, (soms) nog altijd over dialect wordt gedacht en gesproken in termen van minderwaardigheid ten opzichte van het Nederlands. Voor mij persoonlijk is vooral een goede kennisuitwisseling cruciaal: wetenschappelijke inzichten over dialect, zoals over variatie en verandering, moeten op een begrijpelijke manier het brede publiek weten te bereiken én boeien, en tegelijkertijd kunnen wetenschappers leren van de praktijk. Alleen door samen te werken kunnen professionals en liefhebbers ervoor zorgen dat dialecten de gewenste publieke belangstelling, erkenning en waardering krijgen. 

 

Kende gullie al... is een terugkerende rubriek van de online gemeenschap Brabanders en hun Taal waarin iemand met passie voor het Brabants wordt voorgesteld. Klik hier voor meer informatie over Brabanders en hun Taal.