Kende gullie al... Henk Meeuwis

In deze rubriek wordt iemand met een passie voor het Brabants voorgesteld.

Wat betekent dialect voor jou?  

Al vanaf mijn jeugd vind ik heel veel Nederlandse streektalen prachtig om te horen en in een later levensstadium ook in taalkundig opzicht zeer interessant. Twents, Limburgs, Achterhoeks en plat Haags hebben allemaal wel iets aantrekkelijks en unieks, maar het Brabants dialect steekt er voor mij toch echt met kop en schouders bovenuit en dan met name het Valkenswaards. Uiteraard is het feit dat dit de taal is waarmee je bent opgegroeid, daar debet aan. 

Tekst loopt door onder foto.

Portretfoto Henk Meeuwis
Henk Meeuwis. Rechten: Henk Meeuwis.

Als leraar moest ik onder werktijd altijd Nederlands spreken, maar in mijn vrije tijd was en is het gewoon plat ‘Vallekeswirds’. Nog altijd voelt een gesprek met iemand die het oude Valkenswaards ook beheerst als een warm bad. Het geeft een gevoel van vertrouwdheid en biedt de mogelijkheid om vanuit het diepst van je wezen te spreken en te voelen. Dat laatste klinkt misschien gek, maar bij het samenstellen van het Valkenswaardse woordenboek, heb ik gemerkt dat een groot aantal dialectwoorden een bepaalde, ingebedde gevoelswaarde hebben. Bijvoorbeeld een woordje als ‘klórris’, behoeft voor echte dialectsprekers geen enkele uitleg, maar is heel moeilijk - zo niet onmogelijk - precies te omschrijven in het Nederlands!     

Dialectactiviteiten

Het was mij al tientallen jaren duidelijk dat het schrijven van ‘Striepersgats’ (de carnavalsnaam van Valkenswaard) geen sinecure was, maar ik voelde mij nooit geroepen een poging te wagen om daar verandering in te brengen. Tot ik in het najaar van 2020 Jolanda op Facebook ontmoette naar aanleiding van een ‘Valkenswaards’ woordje in onvervalst nepdialect. Zij maakte mij duidelijk dat het gebrek aan een consequent spellingssysteem een nijpend probleem vormde voor hedendaagse dialectschrijvers.  

Vanaf dat moment heb ik mezelf de uitdaging gesteld om een sluitend systeem te ontwerpen, geheel toegespitst op de specifieke klanken van het Valkenswaards dialect. Na enkele maanden veldwerk te hebben verricht, werd het Valkenswaards leesplankje verwezenlijkt en was het vanaf toen mogelijk om elke klank precies zó te schrijven zoals die wordt uitgesproken. Als bijkomstigheid tijdens het verzamelen van al die gegevens, ontstond bij mij het idee om ook een woordenboek samen te stellen en een uitgebreide grammatica te schrijven voor het dialect van ons dorp. Op die manier construeerde ik dus eigenlijk een soort ‘diepvriespakketje’ van het Valkenswaards zoals ik dat eind jaren vijftig, begin jaren zestig heb geleerd.   

Verwachtingen

Op basis van het voorgaande zou de lezer kunnen concluderen dat ik voornamelijk word gedreven door idealisme ten aanzien van ons Brabants dialect. Echter, ik ben eerder geneigd naar realisme, in het besef dat het helaas al te laat is om de klok terug te draaien. Het aangeboren taalgevoel van voornamelijk de nieuwe generaties wordt door een teveel aan externe invloeden vanuit het standaard Nederlands zwaar ondermijnd en lijkt thans zo goed als geheel te zijn verdwenen. Zij zondigen tegen de meest elementaire grammaticaregels door bijvoorbeeld het onjuiste gebruik van lidwoorden [d’n stier] en aanwijzende voornaamwoorden [dieje foto’s]. Voorts neigen jonge ‘dialectsprekers’ over het algemeen naar het vernederlandsen van alle mogelijke woordsoorten, wat zich uit in het verhaspelen van het geslacht van woorden [unne koelkast] en het gebruik van hybrides [keimooi - wat een mengeling is van Brabants en Nederlands]. 

Voor mij is het zonneklaar dat ons dialect ondanks alle inspanningen om het nieuw leven in te blazen, uiteindelijk gedoemd is te verdwijnen. Ik vrees dat het Brabants in de komende generaties zal gaan overleven als een terminale patiënt die kunstmatig aan het beademingsapparaat in leven gehouden wordt, maar met de oorspronkelijke en authentieke streektaal zo goed als niets meer te maken heeft. De reden: de aangeboren gevoelswaarde van woorden en hun geslacht is simpelweg niet meer aanwezig in jonge Brabanders! Vandaar het ‘diepvriespakketje’ dat ik heb gemaakt voor volgende generaties die geïnteresseerd zijn in hoe Valkenswaards in de sixties klonk.  

Wat is jouw favoriete woord of uitdrukking in het Brabants?

Het kiezen van een favoriet dialectwoord is voor mij een bijna ondoenlijke klus, want ik vind heel veel Brabantse woorden en uitdrukkingen mooi. Na lang wikken en wegen, valt mijn keuze dan op ‘onbesnut’, dat zowel ‘onbeschoft/onbeschaafd’ als ‘heel erg’ kan betekenen:  - Jonge, doe is nie zù onbesnut!  /  - Ze hadde onbesnut veul gezope.   

Brabanders en hun Taal

“Brabanders en hun Taal” is een zeer goed initiatief om het Brabantse dialect te bewaken en het enthousiasme daarvoor levendig te houden. Onontbeerlijk hiervoor zijn niet alleen kundige mensen die de kar willen trekken, maar óók hun bereidheid om daar veel tijd en energie in te steken! Uit eigen ondervinding kan ik iedereen verzekeren dat een combinatie van beide elementen een echte must is en gelukkig is hiervan in deze online gemeenschap heel duidelijk sprake. Bij dezen derhalve petje af voor alle initiatiefnemers!  

Kende gullie al... is een terugkerende rubriek van de online gemeenschap Brabanders en hun Taal waarin iemand met passie voor het Brabants wordt voorgesteld. Klik hier voor meer informatie over Brabanders en hun Taal.