De West-Brabantse dialecten verschillen nogal van de Oost-Brabantse. Hoe komt dat? Hieronder lees je alles over een van de oorzaken: het riviertje de Donge.
Verschillen en contact
De Donge stroomt ten westen van de Langstraat en Tilburg van zuid naar noord, op de kaart met lichtblauw aangegeven. Tegenwoordig kun je er op allerlei plekken en op allerlei manieren overheen – op sommige punten zelfs met een aanloopje – maar in het verleden was dat anders. Mensen hadden vooral contact met dorpen en steden aan hun eigen kant van de Donge, want je ging niet zomaar kilometers op pad voor een oversteek.
Hoe minder contact er tussen gebieden was, hoe groter de dialectverschillen werden, want zo werkt taalverandering. Doordat mensen niet gauw naar de andere kant van de Donge gingen, ontwikkelden de dialecten zich aan weerskanten dus heel anders.
Dat zie je nog steeds terug in de huidige dialecten. Ondanks dat de grenzen in de moderne hier en daar een aantal kilometer verschoven zijn, vallen er nog veel dialectgrenzen min of meer samen met de Donge. Laten we eens naar de voorbeelden op de kaart kijken.
Markt
De rode grens tussen de woorden voor 'markt' loopt hele stukken gelijk met de Donge. ‘Markt’ heeft ten westen van de stroom bijvoorbeeld een a, maar ten oosten een e (al zijn er ook wel a-eilandjes, zoals Vlijmen). Het meest komt mert voor, maar in het zuidoosten heb je ook een heel mercht-gebied.
Gevraagd
Dat grens voor 'gevraagd' valt ten noordwesten van Tilburg ook een heel stuk samen met de Donge. Ten zuiden is de westelijke vorm gevrooge ver naar het oosten doorgedrongen.
Melk
In West-Brabant is het woord voor ‘melk’ melk of mùlk, maar ten oosten heerst roôme met varianten als rômme. Daar betekent mùlk juist 'karnemelk'.
Die melkgrens is de afgelopen eeuw wel een eind naar het oosten verschoven: plaatsen die op Weijnens kaart nog in het roôme-gebied lagen, zoals de Langstraat-dorpen, zijn roôme nu zo goed als kwijt.
Horen
De oranje grens staat niet alleen voor het woord voor ‘horen’ maar ook voor die voor ‘geloven’ en ‘droog’. In West-Brabant hebben ze oo-achtige klanken, zoals in het zuidwestelijke woore, gelwoove en drwoog, maar in het oosten eu-achtige klanken, zoals in heûre, geleûve en dreûg.
Niet altijd de Donge
Natuurlijk zijn er ook oost-west-verschillen die niet samenlopen met de Donge, maar dat er zo veel wél een heel eind optrekken met het riviertje, is een mooi overblijfsel van de tijd dat we nog een stuk minder mobiel waren.