In de Brabantse dialecten kom je allerlei bijzondere vormen van de verleden tijd tegen, van het Gemertse krin (kreeg) en het Cuijkse míék (maakte) tot het Vlijmense loei (laadde) en het Woensdrechtse brong (bracht). Sommige vormen vind je in grote delen van Brabant. Klik op de afbeeldingen om wat bijzondere gevallen te zien uit West-Brabant, Midden-Brabant en Oost-Brabant. Let wel: die vormen komen niet in héél dat gebied voor, en sommige vind je juist ook daarbuiten.